Onderzoek en seminar over transportarmoede op de arbeidsmarkt

Jeroen Bastiaanssen heeft in het kader van zijn promotieonderzoek enkele maanden in Nederland onderzoek gedaan naar de relatie tussen bereikbaarheid van banen en de kans op werk. Dit gebeurde in samenwerking met de gemeente Rotterdam en SEOR. De bijdrage van SEOR bestond uit het mogelijk maken van het gebruik van microdata van het CBS en uit advisering op het gebied van modelanalyse. Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door de Kenniswerkplaats Stedelijke Arbeidsmarkt.

Onderzoek

Vooral in de Verenigde Staten is veel onderzoek gedaan naar het effect van bereikbaarheid van banen op de baankans. Hieruit komt naar voren dat het centrum van grote steden, waar veel werklozen wonen vrij ver is afgelegen van de locaties waar de banen zich bevinden. Omdat openbaar vervoer vaak niet ruim voor handen is en werklozen zich vaak geen auto kunnen veroorloven, leidt dit ertoe dat ze moeilijk werk kunnen vinden. Nogal wat studies vinden een verband tussen werkloosheid en bereikbaarheid van banen.

In Nederland en het Verenigd Koninkrijk is er weinig of geen onderzoek gedaan naar het  verband tussen werkloosheid en bereikbaarheid van banen. De studie van Jeroen voorziet in deze leemte. Hij heeft dit verband geanalyseerd voor het Verenigd Koninkrijk, Nederland en specifiek de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Een grote beperking van veel bestaande studies op dit gebied is dat deze er geen rekening mee houden dat mensen hun woonlocatie mede kunnen kiezen op basis van de beschikbaarheid van banen. Daardoor zou een gewone regressieanalyse een vertekend beeld kunnen geven van het effect van bereikbaarheid op de baankans. Jeroen maakt gebruik van de instrumentele-variabelentechniek om deze vertekening te vermijden.

Uit de resultaten komt naar voren dat bereikbaarheid van banen een significant positief effect op de baankans heeft. Daarmee is een stevige onderbouwing gegeven van de hypothese dat verbetering van deze bereikbaarheid een zinnige maatregel is om de hoge werkloosheid in stedelijke gebieden te verminderen. Met het type model dat Jeroen heeft ontwikkeld zou je ook kunnen schatten hoeveel de kans op werk voor mensen die een bepaald gebied wonen toeneemt door een bepaalde infrastructurele verbetering. Denk bijvoorbeeld aan het plan om een nieuwe brug te bouwen tussen Noord en Zuid, dat mede is ingegeven door de wens om mensen uit Zuid meer perspectief te bieden. Wel zou voor dit doel het model nog verder moeten worden verfijnd.

Seminar

Jeroen heeft de resultaten van zijn onderzoek gepresenteerd tijdens een seminar dat werd gehouden bij de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Op het programma stonden ook presentaties van Prof. Karen Lucas (Universiteit van Leed), Jeroen’s superviser, en Prof. Tordoir (Universiteit van Amsterdam). Prof. Lucas ging in op de relatie tussen bereikbaarheid en sociale exclusie. Zij stelde dat onvoldoende vervoersmogelijkheden niet alleen de kans op werk vermindert, maar voor lage-inkomensgroepen ook bijvoorbeeld zorgvoorzieningen moeilijk bereikbaar maakt. Bereikbaarheid moet daarom niet alleen vanuit een economisch, maar ook vanuit een sociaal perspectief worden bekeken. 

Prof. Tordoir ging in zijn presentatie in op de pendelstromen binnen de Metropoolregio. Daaruit kwam naar voren dat wat hoger opgeleiden betreft er grote pendelstromen tussen Rotterdam en Den Haag zijn. Hij gaf aan dat dergelijke stromen ook bestaan tussen Rotterdam en Den Haag enerzijds en Amsterdam en Utrecht anderzijds, en dat voor hoger opgeleiden dit in feit één arbeidsmarkt is. Daarentegen bevinden banen voor lager opgeleiden zich volgens hem juist buiten de stadskernen (terwijl lager opgeleiden juist in grote getale in de stadskernen wonen). Dit bevestigt het idee dat onvoldoende bereikbaarheid vooral een probleem is voor lager opgeleiden.

Aan het eind van het seminar was er een korte paneldiscussie onder leiding van Prof. Lucas. Daar kwam onder meer aan de orde dat het hebben van een baan lang niet altijd meer betekent dat mensen er financieel op vooruit gaan. Het fenomeen van de werkende armen is in het Verenigd Koninkrijk wijdverbreid en komt ook in Nederland steeds meer voor. Mensen zijn dus niet zonder meer geholpen met het vinden van werk; het werk moet ook perspectief bieden op duurzame arbeidsinpassing en een loon waarmee men de armoede kan ontsnappen.